Het is een stralende zomerse avond. Na een kleine 100 km wandelen, langs de rivier the Tweed, over prachtige heuveltoppen, door een groene vallei en een paarse zee aan bloeiende heide is dit de Grand Finale van de St. Cuthbert’s Way.
Het moet een paar jaar geleden zijn geweest dat ik een artikel las over het eiland Lindisfarne, oftewel Holy Island, in Engeland. Ik was gelijk gefascineerd door dit eilandje dat alleen bij laagtij te bereiken is en de lange pelgrimstraditie die ermee verbonden is. Het verlangen er naartoe te gaan was geboren. Toen ook nog bleek dat er een wandelroute liep, wist ik zeker: hier moet ik naartoe.
Toen begin dit jaar de wereld weer open ging, was één ding heel duidelijk voor me: ik ga dit jaar de St. Cuthbert’s Way lopen. In een periode van verandering in mijn eigen leven en de wereld om mij heen werd deze wandeltocht een secure base voor me, een stip op de horizon om me op te richten, dat me in beweging bracht en houvast gaf. Een manier om mezelf uit te dagen, avontuur en plezier op te zoeken. Steeds hield ik het beeld voor ogen van het moment dat ik de oversteek naar het eiland zou gaan maken.
Na maanden van er naar uitkijken, voorbereiden en trainen was het dan ook onwerkelijk om aan de laatste vijf kilometer van mijn wandeltocht te beginnen, via de Pilgrim’s Way. Bij laagtij kun je via een route van houten palen van het vasteland naar het eiland lopen, zoals de monniken deze route vroeger ook gebruikten om veilig naar de overkant te komen.
Een dubbel moment, bittersweet, zoals de Engelsen zo mooi zeggen. Eindelijk daar aan komen, mijn eindpunt bereiken maar daarmee tegelijk ook aan het einde van mijn wandeltocht komen. Terwijl ik daar blootvoets loop, voel ik me ook echt een pelgrim en voel ik me verbonden met al die pelgrims die daar al eeuwenlang gelopen hebben. Gaandeweg blijft alleen de stilte over. Ik geniet van het prachtige avondlicht en hoor het gehuil van de zeehonden op de zandbank verderop.
Ik denk terug aan iedere stap, groot en klein, die ik heb gezet om hier te komen. Ik denk aan alle avonturen die ik onderweg heb beleefd, alle schoonheid die ik heb gezien in de natuur, alle ervaringen die ik heb opgedaan, de vrijheid die ik gevoeld heb, alle mensen die ik heb ontmoet. Een moment van dankbaarheid en vieren.
Het mag dan het einde zijn van deze reis, maar ik weet ook: it’s the beginning of new things! Het smaakt naar meer, er gaan andere tochten volgen. En sterker nog, het voelt als een ‘way of life’. Pelgrimeren door het leven en steeds meer mijn eigen weg durven gaan.
"Vandaag ben ik gaan lopen
En waar ik loop is van nu af aan een weg
Kijk me lopen, zeven sloten
Hoogste bergen, andersom
Ik ben hoe dan ook gaan lopen
Ik zie wel waar ik kom
Diepe dalen, mooie paden
Ik glim bij wat ik zachtjes
Haast onhoorbaar fluisterend zeg
Waar ik gelopen heb
Is van nu af aan een weg"
- Acda en de Munnik -