oktober 15, 2024
Talitha van Wijk

Struikelblok (1)

Ineens lig ik op de grond. Verbouwereerd kijk ik om me heen. Het eerste wat door mij heen schiet is ‘o nee, mijn trektocht!’. Dan pas voel ik de pijn die door mijn enkel schiet.

Op een regenachtige avond, zo’n vijf weken voorafgaand aan onze trektocht kreeg ik het voor elkaar om met de laatste meters van het buiten sporten nog net even door mijn enkel te gaan. Een boomwortel die ik compleet over het hoofd had gezien, in combinatie met alles wat glad en modderig was. Gevalletje ‘toe aan vakantie’: moe en er met mijn hoofd niet helemaal bij. Zoiets komt nooit handig uit. Maar zo vlak voor een trektocht is op z’n zachtst gezegd onhandig. Slechte timing 2.0.

Dat werd dus rust houden in plaats van trainen voor mijn trektocht. Ondertussen tikte de klok door. Zo werd mijn voorbereiding dit keer een hele andere. Moed houden, erop vertrouwen dat het zou gaan lukken, soms tegen beter weten in. ‘Moet je wel gaan?’ vroeg mijn collega me. Pas op dat moment realiseerde ik me dat ‘niet gaan’ niet eens een optie was in mijn hoofd. Een optie die ik niet wilde toelaten in mijn gedachten, zo gefocust als ik was op mijn doel. Alsof mijn enkel er dan spontaan mee op zou houden.

Toch gaf het spanning en zag ik mijn plannen voor de trektocht meermaals in rook opgaan. Zou ik ertoe in staat zijn om de hele tocht te lopen? En dat met een zware rugzak op, op ongelijk terrein, een pad bezaaid met stenen als obstakels en met hoogtemeters onderweg. Je moet wel een beetje gek zijn om dat te doen 😉 Ik besefte me dondersgoed dat ik daar niet zomaar zou kunnen stoppen en naar de volgende bushalte gaan. Je moet dóór.

Zowel de momenten van zo’n inzinking als de momenten waarop de vastberadenheid zich van me meester maakte, zetten me stil. Waar komt deze enorme gedrevenheid vandaan? Waarom is zo’n trektocht zo belangrijk voor me? Waarom loop ik eigenlijk? Het zijn de vragen waar ik nog steeds niet echt een antwoord op heb. Behalve dan dat ik er zielsgelukkig van word. Op één of andere manier is het ‘mijn ding’. En ik ben bereid om daar risico’s voor te nemen en offers voor te maken.

Langzaam aan bouwde ik het wandelen op en ging als test een paar dagen op trektocht op de Sallandse Heuvelrug. ‘Dit is de beste training om mijn enkel sterker te maken’ zei ik tegen mezelf. Mijn rugzak pakte ik zo licht mogelijk in, om de belasting op mijn enkel zo min mogelijk te maken. Ik parkeerde mijn verstandige kant en daarmee ook mijn bezorgdheid en vragen. Een kwestie van gewoon maar gáán en niet teveel nadenken.

En dan is het moment daar. De ochtend van onze eerste wandeldag in Zweeds Lapland. Een zinderend gevoel van ‘nu gaat het écht beginnen’. We wegen onze rugzakken en lopen naar de ‘poort’ die ons startpunt is. We nemen allemaal een moment voor onszelf.

Er schiet van alles door mij heen. Ga ik het eindpunt halen? Ik kan alleen maar hopen dat ik erbij ben als we opnieuw onze tassen zullen wegen bij het eindpunt in Abisko. Ik voel voor 75% vertrouwen in een goede afloop en voor 25% blijft mijn enkel een onzekere factor – ik weet niet hoe het gaat lopen en ik heb er ook geen invloed op. Ik heb gedaan wat ik kon in de voorbereiding. Nu geef ik me er aan maar gewoon aan over. Iedere dag dat ik hier ben is er één.

Ik haal een keer diep adem en zet mijn eerste stappen, de poort door. Laat het avontuur maar beginnen! Let’s go.