oktober 17, 2024
Talitha van Wijk

Breekpunt (3)

Het is een uur of twee ’s nachts als de wind me uit bed trommelt. Het tentdoek gaat vervaarlijk klapperend tekeer. Waar ik met het opzetten van mijn tent hem bewust tegen de wind in had gezet, blijkt dat nu tevergeefs: de wind is gedraaid en staat vol op de zijkant van mijn tent. Gevoelsmatig lijkt het wel windkracht acht. En dat in open terrein, zonder enige begroeiing. De wind heeft dus vrij spel.

Als de ergste regen voorbij is, kruip ik op handen en voeten naar buiten om de schade op te nemen. En jawel, de eerste haringen heeft de wind al los getrokken. Alsof het lucifer houtjes zijn, die hij zo met het grootste gemak uit de grond haalt en een spelletje met me speelt. Try again. Zuchtend doe ik een nieuwe poging om de haringen vast te zetten én zoek in het donker naar stenen om erop te leggen. Dat laatste had ik natuurlijk gelijk moeten doen toen ik de tent opzette, maar uitgeput na de hele dag lopen en een tikkeltje eigenwijs was het erbij ingeschoten. Die les moet ik dan maar zo leren 😉

De daaropvolgende uren worstel ik met de wind. Gezien hoezeer mijn tent doorbuigt, vrees ik dat er een stok zal breken of dat het doek zal gaan scheuren. In mijn hoofd loop ik de verschillende opties langs. Hoe kom ik deze nacht goed door? Bij de volgende windvlaag ga ik rechtop zitten, met mijn rug in de wind. Ik word mijn eigen contra gewicht, warm en wel in mijn slaapzak als cocon. Zo houd ik de tent overeind, met mijn handen op de tentstok boven me.

Het voelt als weeën die komen en gaan, die windvlagen. Verzetten heeft geen zin. ‘Geef je maar over’ fluistert de wind me toe. Ik ben op en wil zo graag nog even slapen. Ik smeek de wind te gaan liggen, maar die kent geen genade. Ik leun steeds verder achterover in de wind, wat onverwachts fijn aanvoelt.

Het lijkt wel alsof dit landschap zich niet zomaar aan je prijs geeft. Je eerst test, wil weten welk offer je bereid bent om te maken. De moeite die je moet doen om er te komen, slechts bereikbaar per voet, via moeilijk begaanbare paden met stenen. De lage temperaturen, de regen, de wind, kortom: blootgesteld worden aan de elementen die hier de baas zijn. ‘Hoe graag wil je dit?’

Dit landschap dat je tegemoet treedt in haar volle ruigheid en hetzelfde van mij lijkt te vragen. Je ontbloot, dwingt je tot je breekpunt. En zich dan als beloning aan je toont.

‘Laat me jouw kracht zien!’ daagt de wind me vervolgens uit. Gaandeweg gooi ik steeds meer mijn volle gewicht in de strijd en word me bewust van de kracht in mij die de wind wakker maakt. ‘Hier heb je me, helemaal’. De hoop op slapen heb ik inmiddels opgegeven.

Als het licht wordt, is er iets in mij veranderd. Ingewijd voel ik me. Onderdeel geworden van dit landschap.

Brak van het slaaptekort maar tegelijk dankbaar na deze louterende ervaring, stap ik vastberaden de ijskoude rivier in voor een ochtendduik. Klaar voor een nieuwe dag.